Blog: Gewasbescherming met ambitie
Geplaatst op 12 februari 2021
Laten we het eens over wat anders hebben dan knelpunten of showstoppers op het vlak van gewasbescherming. De start van de trend tot vergroening van gewasbescherming is niet van gisteren, maar dateert al van decennia geleden. Destijds voorzichtig en in de marge, maar met de introductie van phytoseiulus begin jaren 70 werd al wel de kiem gelegd voor de toepassing van biologische gewasbescherming, naast de chemische standaard. De ontwikkeling ging met twee stappen vooruit en een stap achteruit. Nieuwe plagen als californische trips zorgden voor uitdagingen terwijl de introductie van hommels een game changer bleek. De afgelopen 50 jaar is er veel bereikt, maar de ambities zijn ook steeds opgeschroefd, dus als sector zijn we nog lang niet klaar.
Zoals u wellicht weet is in 2020 het Uitvoeringsplan Gewasbescherming 2030 door LNV met stakeholders in de sector als Artemis geformuleerd wat een transitie beoogt om per 2030 maximaal weerbaar te telen met nagenoeg geen emissie naar het milieu of residu op de producten. Deze visie is afgeleid van het EU project; Farm-to-Fork een project wat het hart vormt van de Europese Green Deal, bedoeld om voedselsystemen eerlijk, gezond en miliuevriendelijk te maken. Niet alleen in Nederland zal de overheid dus in beweging komen, maar ook elders in Europa. Een voorbeeld daarvan is Frankrijk. Een tweetal ministeries, waaronder dat van landbouw hebben een strategie gelanceerd ter stimulering van "biocontrol" die een roadmap voor de komende 5 jaar moet opleveren, gericht op Innovatie, versimpeling van toelatingsprocedures, verspreiding van oplossingen en het promoten van biocontrol op EU niveau.
Concreet spreekt de sector bijvoorbeeld over een marktaandeel voor biologie (dus nuttige insecten, groene middelen en biostimulanten) van 30% per 2030, dit naast een marktaandeel van 25% voor zuiver biologische productie. Vanuit glastuinbouw perspectief lijkt dit mee te vallen, maar hier wordt wel gesproken over de totale agrarische productie, dus ook voor akkerbouw en vollegrondsgroente. Er is nog een wereld te winnen.
Zowel in Frankrijk als in Nederland zijn overheid en bedrijven in de sector dus in beweging gekomen en het zou mooi zijn als beide agrarische grootmachten hun krachten bundelen, op overheidsniveau, maar ook binnen de sector zelf. Dit kan momentum creëeren en doorbraken of een daadwerkelijke transitie haalbaar maken, bijvoorbeeld door op Europees vlak het toelatingsbeleid te actualiseren, gericht op de toekomstige behoefte aan effectieve groene middelen. Laten we die ambities dus delen, dan brengt dat de doorbraak dichterbij!
Bron: Bart Sosef