Blog: Hakkelsljak
Geplaatst op 14 maart 2022
'Hakkelsljak!' Mijn collega, Pools, kijkt mij veelbetekenend aan. Ik haal mijn schouders op: 'I don't now what it means.' Hij kijkt verbaasd en tegelijkertijd geamuseerd. 'Hakkelsljak!', zegt hij nog eens, 'It's Nederlands, you should know it!' Ik reageer lachend. 'I'm pretty sure that hakkelsljak is not Nederlands!' Inmiddels luisteren de andere collega's ook mee. We zitten aan de vrijmibo en zoals vaak hebben we het over taal- en cultuurdingetjes. Altijd weer lachen geblazen.
Mijn collega vraagt om hulp bij een andere Poolse collega. 'Jesz to na chlebie!' (je eet het op brood). En weer kijkt hij mij verwachtingsvol aan. 'Hakkelsljak, it's from chocolate!' Ineens gaat er een lampje bij me branden. 'Ah, you mean Hagelslag! Haaa-GGGel-sláGGG', verduidelijk ik. Glazig kijkt hij mij aan: 'I can't say that, too much GGGG.'
De vrijdagmiddagborrel, het is altijd weer een feestje. Als enige echte Nederlander (hoewel van Indische komaf) zit ik tussen mijn team van Roemeense, Poolse, Moldavische, Slowaakse en Hongaarse collega's. Behalve hun moedertaal, spreken ze vloeiend Engels, dan wel Nederlands. Diverse onderwerpen passeren de revue, maar vaak gaat het over politiek, cultuurverschillen en, zoals vandaag, over taal.
Adi, hoofd services, heeft op de vrijmibo vaak het hoogste woord. Hij is een Roemeen die sinds de jaren '90 in Nederland woont. Een echte gangmaker. Hij spreekt vloeiend Nederlands, maar met een duidelijk accent. Soms zegt hij iets grappigs, waaruit blijkt dat Nederlands niet zijn geboortetaal is. Dan heeft hij het bijvoorbeeld over '3 ton 50' i.p.v. drieënhalf ton. Of laatst had hij het over 'witte sneeuw' i.p.v. Sneeuwwitje. Als Nederlander is het dan soms lastig om te ontrafelen wat er wordt bedoeld. Het levert wel altijd leuke anekdotes op.
Echter soms ontroerd het me ook wel… Dan voel ik ook een sterk gevoel van trots als ik zo om me heen kijk. Een gemęleerd gezelschap, allemaal ooit de stap genomen om naar Nederland te komen om verschillende redenen, maar toch op hun eigen manier geslaagd. De accountmanagers, planners, servicemedewerkers, coördinatoren, casemanagers verzuim, etc., ze maken deel uit van onze internationale organisatie en zijn, juist door de vele talen die spreken, onmisbaar.
Dat ik ze af en toe uitlach, gaat dus gepaard met bewondering en respect. Respect dat ze zich staande hebben gehouden en hier iets moois hebben opgebouwd. En daar drinken we altijd op tijdens de vrijmibo. Noroc! (= 'proost' in Roemeens).
Bron: Vincent Jansen