Blog: Op goede weg met verduurzamen of tijd voor afslag?
Geplaatst op 02 oktober 2020
De overstap naar duurzame elektriciteitsproductie betekent hoge investeringen in productiemiddelen om vervolgens jarenlang te kunnen produceren tegen zeer lage operationele kosten. Voor het te nemen investeringsbesluit (businesscase) moet je uitgaan van een verwachting of scenario's van elektriciteitsprijzen maal het verwacht productievolume. Na aftrek van de integrale kosten die bestaan uit de investering plus operationele kosten minus exploitatie subsidie (SDE) bereken je het verwachte financieel rendement. In een volledig door fossiele brandstof bepaalde elektriciteitsmarkt heeft de eerste lichting duurzame elektriciteitsproductie weinig invloed op de marktprijs van elektriciteit. Maar bij toename van gesubsidieerde duurzame elektriciteitsproductie zien we afgelopen maanden steeds vaker dat de elektriciteitsprijs door veel wind en zon (zeker als dit gelijktijdig is) negatief wordt. Dit betekent dat je betaald krijgt indien je in deze uren elektriciteit afneemt en moet betalen indien je in deze uren produceert. Een kans voor partijen om hierop in te spelen! Denk aan opslag, elektrisch verwarmen of groene waterstofproductie.
Marktprijsverwachting
Partijen die in productie uit wind of zon hebben geďnvesteerd gingen uit van een positieve marktprijsverwachting. Staat het wind of zonpark er nu eenmaal dan kan je niets anders meer doen om door te produceren zolang de elektriciteitsprijs boven de marginale kostprijs ligt. De marginale kostprijs wordt grotendeels bepaald door de verkregen subsidie dus zolang de negatieve elektriciteitsprijs hier boven ligt dan wordt er geld verdiend. Anders gezegd: de negatieve elektriciteitsprijzen worden mede veroorzaakt door gesubsidieerde productie. Aangezien nieuwe windparken zonder subsidie gebouwd gaan worden ligt op termijn de bodem voor de elektriciteitsprijs iets boven nul. Daar komt nog bij dat de gelijktijdigheid correlatie bij wind of zon hoog ligt. Als er veel wind staat zal dit een prijsdrukkend effect hebben. Ook het tegendeel treedt op. Bij weinig wind zal er sprake zijn van hogere prijzen. Echter de gewogen gemiddelde prijs zal lager uitvallen (invloed van veel wind in combinatie met lage prijzen telt zwaarder mee dan weinig wind met hoge prijzen) Hoe dan ook: dit ligt veel lager dan de positieve prijsverwachting voor de investering. De businesscase zal dermate mager worden dat investeerders wellicht hun heil ergens anders zoeken. Kortom er vindt op termijn een zelfregulerend effect plaats waarbij duurzame elektriciteitsproductie tegen een acceptabele prijs wordt geproduceerd.
Duurzame waterstofproductie
Maar wat betekent dit voor duurzame waterstofproductie? Nu lees ik vaak dat op basis van de negatieve elektriciteitsprijzen (ten gevolge van gesubsidieerde productie) er plannen zijn voor groene gesubsidieerde waterstofproductie. Anders gezegd: het probleem veroorzaakt door gesubsidieerde groene elektriciteit gaan we oplossen door middel van gesubsidieerde opslagtechnieken. Ergens lijkt mij dit niet te kloppen, zeker met de redenatie dat op termijn de elektriciteitsprijs boven nul komt te liggen.
Feitelijk hebben we hier te maken met een ontwrichte markt die op een verkeerde wijze beďnvloed wordt door exploitatie subsidies. Een andere wijze van subsidiëren zal op termijn een beter marktevenwicht en daarmee herstel geven.
Regelvermogen
De productie uit wind en zon kunnen bij overproductie afgeregeld of afgeschakeld worden om te voorkomen dat er onder de marginale kostprijs wordt geproduceerd. Dan kost het namelijk geld om elektriciteit te kunnen leveren. Door het afregelen van productie is de onderkant van de marktprijs geborgd. Alleen wat kunnen we inzetten indien als de verwachtte productie te weinig is? Met duurzame opslagtechnieken zou hier op ingespeeld kunnen worden. De businesscase zit dan in de delta tussen de ontlaad marktprijs en de laad marktprijs. Vandaag de dag is dit vermogen vrijwel altijd fossiel gevoed (aardgas- of kolencentrales en aardgas WKK), uitzonderingen nagelaten. Bij toename van duurzame elektriciteitsproductie zal de behoefte aan flexibel inzetbare productie toenemen. Ik begrijp dan ook niet waarom de overheid hier niet meer op inzet. Deze flexibiliteit moet in combinatie met duurzame productie op termijn duurzaam zijn om te komen tot volledig duurzaam energie ecosysteem. Flexibel inzetbare duurzame bronnen of opslag technieken worden op termijn misschien wel belangrijker dan de productie door wind en zon. Echter de gekozen subsidierichting van de overheid (SDE++) betreft een exploitatie subsidie terwijl hier een investeringssubsidie noodzakelijk is. Uiteraard wel met andere spelregels dan de destijds gehanteerde Senter investeringssubsidie. Indien we doorgaan zoals we nu bezig zijn dan komen we nooit los van fossiele elektriciteitsproductie.
Accepteren of toch flexibele duurzame bronnen ontwikkelen die door een juiste (investering) subsidie op termijn wel financieel rendabel zijn?
Bron: Rien Bot