Blog: Transparantie wordt door de keten heen gepusht
Geplaatst op 08 september 2020
'Biologisch' is gewoon een hippe term, er zijn niet veel mensen die dat kopen. "Dat waait wel weer over", hoor ik regelmatig om mij heen. Daar ben ik het niet mee eens, want steeds meer consumenten kiezen voor biologisch voedsel. De biologische 'markt' groeide de afgelopen jaren van niche naar een volwaardige markt. Zo verdubbelde Lidl in korte tijd het aantal biologische producten en lanceerde Albert Heijn als eerste supermarkt in Nederland een biologisch eigen merk en heeft inmiddels meer dan 1000 biologische producten in de schappen. Consumenten kiezen steeds vaker biologische producten door het vertrouwen n.a.v. bijvoorbeeld schandalen en vanwege de transparantie; het kunnen 'zien' van de herkomst. Consumenten zijn daarnaast ook steeds meer bezig met de impact van voeding op hun gezondheid. Zij zien hierbij biologische voeding als een gezondere keuze (Bron: GFK). Ook het stijgende aanbod en de toegankelijkheid zorgen voor een stijging van dit segment. Er wordt verwacht dat deze niche, of mag ik zeggen 'volwaardige markt', verder geprofessionaliseerd en goedkoper zal worden door de omloopsnelheid van de producten op de schappen (Bron: Rabobank).
Producten komen vanuit de hele wereld en tegelijkertijd eisen consumenten veilige en steeds vaker eerlijke, duurzame en biologische producten. Op het gebied van ketentransparantie zet Albert Heijn met de wereldkaart een volgende stap. Op de wereldkaart zijn de ruim 1.200 locaties te vinden waar de laatste stap in het productieproces wordt uitgevoerd voor de AH-huismerkproducten. Albert Heijn breidt de informatie op de kaart geleidelijk uit met herkomstgegevens van verse producten zoals groenten en fruit.
De eis van consumenten wordt zo uiteindelijk door de keten heen 'gepusht'. Certificeringen, aantoonbare kwaliteitsprocessen en data over productieprocessen worden steeds belangrijker. Retailers vragen om de juiste documentatie om aan te tonen dat er aan deze eisen wordt voldaan. Voor telers en handelsbedrijven met verschillende leveranciers kan dit een uitdaging zijn. Bij JEM-id proberen we juist in deze belangrijke trend mee te denken met AGF bedrijven, zodat zij zulke zaken digitaal kunnen beheren en beter inzicht krijgen. Hierdoor kunnen ze uiteindelijk blijven doen waar ze altijd al goed in waren en zorgen we er samen voor dat zij zo min mogelijk 'hoofdpijn' krijgen van de bijbehorende administratieve rompslomp.
Naast de ketentransparantie verleggen overheidsinstanties ondertussen de focus naar het uitbannen van plastic, terwijl overheid en retailers samen de problemen van voedselverspilling hoog op de agenda zetten. Als AGF-bedrijf niet meedoen aan al deze 'hippe' trends is een optie, maar is dat tegenwoordig nog de juiste?
Bron: Ellen Samwel