Jeroen Boonekamp: Innoveren in tijden van crisis? Dat is maatwerk.

De Nederlandse overheid komt met een prijsplafond om huishoudens te helpen bij het betalen van hun torenhoge energiekosten. Maar nu het Haagse stof is neergedaald rijst de vraag hoe goed deze maatregel eigenlijk werkt. Als je namelijk de afgelopen maanden hebt geïnvesteerd in het verduurzamen van je huis met bijvoorbeeld een warmtepomp of elektrische verwarming dan gebruik je nu weinig of geen gas meer, maar wel een heleboel meer elektra. Er is dus een goede kans dat je daardoor flink wat meer verbruikt dan het prijsplafond van 2400 kWh dat geldt voor stroomverbruik. Vergeet het elektrisch verwarmen van je huis dus maar en zet die cv-ketel weer aan, dat is gewoon goedkoper. Het is een goed voorbeeld van een algemene maatregel waar de vooruitgang niet bij gebaat is.

Ook in de glastuinbouw zie je voorbeelden hiervan. Bedrijven die als pioniers all electric en fossielvrij zijn gegaan lijken minstens evenveel of nog meer last te hebben van de hoge energieprijzen in vergelijking met gangbare bedrijven. Eén van de eerste faillissementen als gevolg van de energiecrisis betrof niet een tuinbouwbedrijf op gas maar de Kas zonder Gas van Maurice van der Hoorn. Ook hier speelt veralgemenisering van goed bedoelde maatregelen en beleid een sleutelrol. Wil je echt innovatie stimuleren in tijden van crisis? Dan moet je maatwerk leveren.

Momenteel zijn we met B-Mex voor het Kas Als Energiebron-programma bezig met het ontwikkelen van een CO2 doseertool. Eigenlijk is het een uitbreiding van de al bestaande OCAP optimaal applicatie. Straks kan niet alleen inzicht worden gegeven in de optimale inzet van OCAP CO2 maar ook die van andere CO2 bronnen en in het optimaal inzetten van de belichting. In een sessie met de begeleidende telers vorige week bleek maar weer eens hoe verschillend de bedrijven zijn. Daardoor is de optimale oplossing voor de één niet de optimale oplossing voor de ander. Zelfs als je binnen hetzelfde gewas kijkt ben je voor de optimale strategie afhankelijk van de beschikbare energiebronnen en de contractuele positie van het bedrijf. Om ervoor te zorgen dat zo’n tool een oplossing biedt voor een zo groot mogelijke groep gebruikers moet je dus bedrijfsspecifiek gaan rekenen. Als basis gaan we natuurlijk uit van de algemene natuurkundige en biologische principes, vastgelegd in een rekenmodel. Maar dan gevoed met de eigenschappen en lokale data van elk bedrijf afzonderlijk. Op die manier wordt duidelijk hoe die algemene principes uitwerken in de specifieke situatie op dat bedrijf en waar de kansen voor besparing en optimalisatie liggen. Zo laat je maatwerk zijn werk doen.

Bron: Jeroen Boonekamp