Vincent Jansen: Cultuurverschillen
Geplaatst op 27 oktober 2022
Als je in Polen zomaar iemand op straat groet of naar hem knikt, dan riskeer je een ruzie. Diegene denkt dan dat je wat van hem moet, en zal ook letterlijk vragen: ‘Wat moet je?’ Dit heb ik me laten vertellen door mijn Poolse collega’s, nadat ik mijn verbazing had uitgesproken dat ik zelden wordt teruggegroet als ik het kantoor uit loop en vriendelijk knik naar de mensen die ik tegenkom.
Bij Roemenen ligt dit anders. Die weten dat je ‘een hoge pief’ bent, en niet teruggroeten of knikken is dan een soort uiting van respect of zelfs onderdanigheid. Voor hen ben je namelijk van een andere dimensie, kom je uit de hogere regionen, en als je hen zomaar groet moeten ze dus eerst van de schrik bekomen. Tegen de tijd dat ze dan iets terug kunnen zeggen of reageren, ben jij al voorbij.
Bovenstaande klinkt misschien grappig, maar hiërarchie bij Roemenen is echt een dingetje. In Roemenië is het ook helemaal niet gek om als werknemer cadeaus mee te nemen voor je ‘baas’. In Nederland zouden we dat als slijmen ervaren, slijmen bij de baas. Not done. De eerste keer dat ik een tas met lekkernijen kreeg aangeboden, voelde ik me dan ook zeer ongemakkelijk. Ik wist wel dat weigeren sowieso geen optie was, want dat wordt weer gezien als een belediging. Maar ik had ook sterk het gevoel iets terug te moeten doen. En dat laatste is dan weer typisch Nederlands; voor wat, hoort wat.
Mijn Roemeense collega legde echter uit dat iets geven een uiting van respect is. Een leidinggevende (in de Poolse en Roemeense cultuur gewoon nog ‘chef’ of ‘baas’) heeft blijkbaar meer geleerd dan hen, zo stellen ze. En ook hanteren ze nog de ouderwetse opvatting dat de baas zorgt voor hun eten op tafel. Dus een flesje drank meenemen met een (eigengemaakte) worst uit land van herkomst, is gewoon een sympathiek gebaar waar men niks voor terugverwacht.
Het zijn zomaar wat cultuurverschillen waar ik dagelijks mee te maken heb. Verschillen waar je soms op ongelukkige wijze achter komt. Zo heb ik ooit ’s ochtends tegen een Poolse medewerker gezegd dat ik hem ’s middags na het werk even wilde spreken. Het ging over een futiliteit en niets dringends, dus vandaar ‘na het werk’. Blijkt dus dat deze Pool de hele dag in de rats heeft gezeten en zich heeft afgevraagd wat hij toch had misdaan. Aan het eind van de dag kwam deze arme jongen lijkbleek en met holle ogen mijn kantoor binnen. Hij dacht echt dat hij ontslagen zou worden…
Nadat ik hem had uitgelegd dat wij in Nederland juist de druk eraf halen door te zeggen: ‘Loop na het werk even bij me binnen’, en dat ontslag nóóit geldig is als je iemand eerst nog een dag laat werken, hebben we beide smakelijk gelachen om het misverstand. Natuurlijk heb ik hiervan geleerd en zal ik voortaan erbij zeggen dat het niet belangrijk is, en dat het kan wachten tot na het werk.
Waar ik ook nog steeds erg aan moet wennen, is hoe open Polen en Roemenen zijn over hun salaris. Bij Nederlanders is het nog steeds een beetje taboe om te vragen wat de ander verdient. Ook kunnen we er begrip voor opbrengen dat iemand anders in dezelfde functie meer verdiend dan jij, omdat diegene meer ervaren is, ouder is, of simpelweg beter heeft onderhandeld dan jij. Maar vooral bij Polen is dat iets gevoeligs. Wees je er dus van bewust dat als je een Pool een salarisverhoging geeft, dat zijn collega’s het de volgende dag (zo niet een uur later) dit ook weten. Een Pool zal een salarisverhoging ook zomaar kunnen gebruiken om de ander de ogen uit te steken.
Ik kan hier nog zo 5 kantjes over vol pennen. Cultuurverschillen blijven namelijk een leuk item. Spraakverwarringen trouwens ook. Vooral tijdens de borrel. Gelukkig heerst er bij ons op kantoor de cultuur dat we vooral om elkaar kunnen lachen en ook van elkaar leren. Iedere dag prijs ik me daarom gelukkig dat ik mag werken in een internationale omgeving en verschillende culturen. Ik zou het voor geen goud willen missen…