Helft 65-jarigen werkt

Helft 65-jarigen werkt

Het percentage werkende 65-jarigen is toegenomen van 14,9 in het tweede kwartaal van 2013 naar 49,6 in het tweede kwartaal van 2024. Sinds de start van de reeks in 2013 neemt de nettoarbeidsparticipatie van 55-plussers toe. Het afgelopen jaar nam bij 55- tot 60-jarigen de arbeidsparticipatie licht af. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De arbeidsparticipatie van 55-plussers is de afgelopen jaren sterk toegenomen, onder andere door een stijging van de AOW-leeftijd. In 2013 werd deze verhoogd naar 65 jaar plus één maand, en inmiddels ligt de AOW-leeftijd op 67 jaar. Daardoor was de toename van het aandeel werkenden bij 65- en 66-jarigen sinds 2013 het sterkst, en ook het laatste jaar nam dit nog sterk toe. Bij 60- tot 65-jarigen nam de arbeidsparticipatie ook nog verder toe, naar 69,0 procent in het tweede kwartaal van 2024. Bij 55- tot 60-jarigen daalde de nettoarbeidsparticipatie het afgelopen jaar licht, van 82,4 procent in het tweede kwartaal van 2023 naar 81,2 procent in het tweede kwartaal van 2024.

65-jarigen werken vooral in grote deeltijdbaan of voltijdbaan
Vooral het aantal 65-jarigen met een grote deeltijdbaan van 20 tot 35 uur per week of met een voltijdbaan van 35 uur of meer, is toegenomen. Deze groepen waren in het tweede kwartaal van 2024 ongeveer even groot, met 42 duizend en 46 duizend werkenden. Het aantal met een kleine deeltijdbaan (23 duizend) is veel minder toegenomen sinds 2013.

De toename van het aantal werkende 65-jarigen was vooral bij mensen met een vaste arbeidsrelatie. Deze groep nam toe van 5 duizend in het tweede kwartaal van 2013 naar 70 duizend werknemers in het afgelopen kwartaal. Het aantal zelfstandigen groeide naar 30 duizend, het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam niet toe.

Arbeidsparticipatie hoogst bij hbo- of wo-geschoolden
Hbo- en universitair geschoolden van 55 jaar of ouder zijn vaker werkzaam dan mensen van dezelfde leeftijd zonder een dergelijk diploma. Bij 55- tot 60-jarigen hadden bijna 9 op de 10 hbo- of universitair geschoolden betaald werk, tegenover bijna 7 op de 10 mensen met een vmbo-diploma of daarmee vergelijkbaar. Bij 70- tot 75-jarigen is de arbeidsparticipatie een stuk lager met gemiddeld 1 op de 10. Ook in die leeftijdsgroep is de arbeidsparticipatie het hoogst bij mensen met een hbo- of universitair-niveau of daarmee vergelijkbaar.

 

Bron:

Deel artikel