Wat eten we morgen en hoe produceren we dat?

Wat eten we morgen en hoe produceren we dat?

Als het gaat om het voeden van de wereldburgers van morgen, dan wordt vaak vooral gekeken naar de productie van groenten en fruit. Maar daarmee wordt een belangrijk aspect vergeten: de voedingswaarde. Want hoeveel macro- en micronutriënten hebben inwoners van steden en verstedelijkte regio's eigenlijk nodig?

De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research heeft een methodiek ontwikkeld om de productie en het gebruik van hulpbronnen te beoordelen om aan de menselijke voedselbehoefte te voldoen.

De methodiek kan worden gebruikt om te inventariseren welke productie en hulpbronnen (water, land en energie) nodig zijn voor de behoefte aan (plantaardig) voedsel in stedelijke en randstedelijke gebieden. Wat betreft de voedingsbenodigdheden is in dit onderzoek uitgegaan van aanbevelingen van o.a. de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Daarbij wordt gekeken naar álle plantaardige voedingsmiddelen, dus niet alleen groenten en fruit (zoals vaak gebeurt), maar ook peulvruchten, zetmeelrijke groenten (bijvoorbeeld aardappelen) en granen. Deze producten bevatten immers andere bouwstoffen voor het menselijk lichaam. Gegevens over opbrengst, landgebruik, waterverbruik en energieverbruik zijn verzameld en/of berekend voor twee teeltsystemen: een vollegrondsteelt en een vertical farm. Beide systemen zijn typerend voor steden en hun omgeving en vertegenwoordigen twee extremen als het gaat om voedselproductiesystemen.

De methodologie helpt de gebruiker met het verwerven van de juiste data, en hoe deze te gebruiken. Op basis daarvan kan de gebruiker het verbruik van grondstoffen inschatten voor een specifieke regio of omstandigheid (zoals verschillende gewassen en groeiomstandigheden). Boeren kunnen de methodologie gebruiken bij het kiezen van de meest efficiënte gewassen en teeltmethodes om bij te dragen aan een plantaardig dieet. De methodologie geeft daarnaast inzicht in de hoeveelheid water, energie en teeltareaal nodig om te de voedingsbehoefte te voorzien op de macroschaal, zoals een stad of regio. Hierdoor is het dus ook een hulpmiddel voor stadsplanning. Tenslotte roept de methodiek op om meer data over hoogtechnologische landbouwsystemen te vergaren en centraal beschikbaar te stellen: tijdens de ontwikkeling van de methodiek bleek dat slechts voor een beperkt aantal gewassen voldoende data beschikbaar waren.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel



Meest gelezen